Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·sloe·gen

Werkwoord

vervoeging van
gaslaan

gasloegen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van gaslaan
    • ...dat wij gasloegen. 
    • ...dat jullie gasloegen. 
    • ...dat zij gasloegen. 

Gangbaarheid