gaffelden
- gaf·fel·den
vervoeging van |
---|
gaffelen |
gaffelden
- meervoud verleden tijd van gaffelen
- Wij gaffelden.
- Jullie gaffelden.
- Zij gaffelden.
- Wij gaffelden.
- Het woord gaffelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.