• func·ti·o·neert
vervoeging van
functioneren

functioneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van functioneren
    • Jij functioneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van functioneren
    • Hij functioneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van functioneren
    • Functioneert!