• fris·ten
Naar frequentie 3763

fristen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van frist
    «Fristen for å levere liste til høstens lokalvalg er søndag.»
    De deadline voor het indienen van een lijst voor de lokale verkiezing van dit najaar is zondag.


  • fris·ten

fristen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van frist