Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • fram·skrid·tet
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel frem-
Naar frequentie 28721

Zelfstandig naamwoord

fremskridtet

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van fremskridt