Deens

Woordafbreking
  • fre·da·gens
Naar frequentie 58337

Zelfstandig naamwoord

fredagens

  1. genitief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van fredag


Noors

Woordafbreking
  • fre·da·gens
Naar frequentie 59750

Zelfstandig naamwoord

fredagens

  1. genitief bepaald mannelijk enkelvoud van fredag


Nynorsk

Woordafbreking
  • fre·da·gens

Zelfstandig naamwoord

fredagens

  1. genitief bepaald mannelijk enkelvoud van fredag


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • fre·da·gens
Naar frequentie 38324

Zelfstandig naamwoord

fredagens

  1. genitief bepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van fredag