Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flost

Werkwoord

vervoeging van
flossen

flost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flossen
    • Jij flost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flossen
    • Hij flost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van flossen
    • Flost!