financierden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fi·nan·cier·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
financieren |
financierden
- meervoud verleden tijd van financieren
- Wij financierden.
- Jullie financierden.
- Zij financierden.
- Wij financierden.
vervoeging van |
---|
financieren |
financierden