• fi·gu·ren

de figurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord figuur


vervoeging van
figurar

figuren

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurar
vervoeging van
figurarse

figuren

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurarse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van figurarse