fiel weg

Duits

Uitspraak

• Geluid:  fiel weg    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌfiːl ˈvɛk /

Woordafbreking

• fiel weg

Werkwoord

fiel weg

1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van wegfallen

fiel weg

1. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van wegfallen