Noors

Woordafbreking
  • fes·tet
Naar frequentie 5690

Werkwoord

festet

  1. verleden tijd van feste
  2. voltooid deelwoord van feste
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

festet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van feste


Nynorsk

Woordafbreking
  • fes·tet

Zelfstandig naamwoord

festet, o

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van feste