femelden
- fe·mel·den
vervoeging van |
---|
femelen |
femelden
- meervoud verleden tijd van femelen
- Wij femelden.
- Jullie femelden.
- Zij femelden.
- Wij femelden.
- Het woord femelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
femelen |
femelden