fehlte
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- fehl·te
Werkwoord
fehlte
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fehlen
Werkwoord
fehlte
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van fehlen
Werkwoord
fehlte
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van fehlen
Werkwoord
fehlte
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van fehlen