• fa·mi·li·ens

familiens, g

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van familie


  • fa·mi·li·ens
Naar frequentie 5811

familiens, m

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van familie


  • fa·mi·li·ens

familiens, m

  1. bepaalde vorm genitief enkelvoud van familie