factureert
- Geluid: factureert (hulp, bestand)
- fac·tu·reert
vervoeging van |
---|
factureren |
factureert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factureren
- Jij factureert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van factureren
- Hij factureert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van factureren
- Factureert!
- Het woord factureert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.