fabriekt
- fa·briekt
vervoeging van |
---|
fabrieken |
fabriekt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabrieken
- Jij fabriekt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fabrieken
- Hij fabriekt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fabrieken
- Fabriekt!
- Het woord fabriekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.