föhnt
- föhnt
vervoeging van |
---|
föhnen |
föhnt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van föhnen
- Jij föhnt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van föhnen
- Hij föhnt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van föhnen
- Föhnt!
- Het woord föhnt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.