experimenteerde
- ex·pe·ri·men·teer·de
vervoeging van |
---|
experimenteren |
experimenteerde
- enkelvoud verleden tijd van experimenteren
- Ik experimenteerde.
- Jij experimenteerde.
- Hij, zij, het experimenteerde.
- Ik experimenteerde.
- Het woord experimenteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.