exciteerde
- Geluid: exciteerde (hulp, bestand)
- ex·ci·teer·de
vervoeging van |
---|
exciteren |
exciteerde
- enkelvoud verleden tijd van exciteren
- Ik exciteerde.
- Jij exciteerde.
- Hij, zij, het exciteerde.
- Ik exciteerde.
- Het woord exciteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.