Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·ca·bu·llir
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
escabullir
escabullía
escabullido
volledig

Werkwoord

escabullir

  1. onovergankelijk ontsnappen aan het gevaar, ziekte of een opsluiting

Verwijzingen