Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ero·ti·seer

Werkwoord

vervoeging van
erotiseren

erotiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erotiseren
    • Ik erotiseer. 
  2. gebiedende wijs van erotiseren
    • Erotiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van erotiseren
    • Erotiseer je? 

Gangbaarheid