• er·klæ·re·de
  • Deense werkwoordsvorm met het voorvoegsel er-
Naar frequentie 13688

erklærede, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van erklæret

erklærede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van erklæret

erklærede

  1. verleden tijd van erklære