erhielt
- er·hielt
- Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel er-
erhielt
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van erhalten
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van erhalten
- «Er erhielt vom katholischen Erzbischof ein Autogramm.»
- Hij kreeg een handtekening van een katholieke aartsbisschop.
- «Er erhielt vom katholischen Erzbischof ein Autogramm.»
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van erhalten
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van erhalten
- erhielt aufrecht
- erhielt wieder
- erhielt zurück