eröffnete
- er·öff·ne·te
- Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel er-
eröffnete
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van eröffnen
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van eröffnen
- «Die Gattin des Gouverneurs eröffnete ein Kindererholungsheim.»
- De vrouw van de gouverneur opende een herstellingsoord voor kinderen.
- «Die Gattin des Gouverneurs eröffnete ein Kindererholungsheim.»
- eerste persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van eröffnen
- derde persoon enkelvoud verleden tijd aanvoegende wijs bedrijvende vorm van eröffnen
- eröffnete wieder