Deens

Woordafbreking
  • el·gen

Zelfstandig naamwoord

elgens, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van elg


Noors

Woordafbreking
  • el·gen
Naar frequentie 41135

Zelfstandig naamwoord

elgens, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van elg