eerbiedigden
- eer·bie·dig·den
vervoeging van |
---|
eerbiedigen |
eerbiedigden
- meervoud verleden tijd van eerbiedigen
- Wij eerbiedigden.
- Jullie eerbiedigden.
- Zij eerbiedigden.
- Wij eerbiedigden.
- Het woord eerbiedigden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.