ecologiseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eco·lo·gi·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ecologiseren |
ecologiseerde
- enkelvoud verleden tijd van ecologiseren
- Ik ecologiseerde.
- Jij ecologiseerde.
- Hij, zij, het ecologiseerde.
- Ik ecologiseerde.