dubbelzinnigs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  dubbelzinnigs    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• dub·bel·zin·nigs

Bijvoeglijk naamwoord

dubbelzinnigs

1. partitief van de stellende trap van dubbelzinnig

   • Dat is iets dubbelzinnigs...