dubbelziet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dubbelziet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- dub·bel·ziet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dubbelzien |
dubbelziet
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelzien
- ... dat jij dubbelziet.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubbelzien
- ... dat hij dubbelziet.