driehonderdzesenzeventigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·zes·en·ze·ven·tigs

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdzesenzeventigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord driehonderdzesenzeventig

Gangbaarheid