driehonderdvierenveertigjes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·vier·en·veer·tig·jes

Zelfstandig naamwoord

de driehonderdvierenveertigjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord driehonderdvierenveertig

Gangbaarheid