driehonderdnegentientje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·ne·gen·tien·tje

Zelfstandig naamwoord

het driehonderdnegentientjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord driehonderdnegentien

Gangbaarheid