driehonderdnegenendertigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·ne·gen·en·der·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het driehonderdnegenendertigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord driehonderdnegenendertig

Gangbaarheid