driehonderddrieënzestigs
- drie·hon·derd·drieën·zes·tigs, drie·hon·derd·drie·en·zes·tigs
de driehonderddrieënzestigs mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord driehonderddrieënzestig
- Het woord 'driehonderddrieënzestigs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.