Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·zoch·ten

Werkwoord

vervoeging van
doorzoeken

doorzochten

  1. meervoud verleden tijd van doorzoeken
    • Wij doorzochten. 
    • Jullie doorzochten. 
    • Zij doorzochten. 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
doorzoeken

doorzochten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorzoeken
    • ...dat wij doorzochten. 
    • ...dat jullie doorzochten. 
    • ...dat zij doorzochten.