• door·voelt
vervoeging van
doorvoelen

doorvoelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvoelen
    • ... dat jij doorvoelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvoelen
    • ... dat hij doorvoelt. 
vervoeging van
doorvoelen

doorvoelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvoelen
    • Jij doorvoelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvoelen
    • Hij doorvoelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorvoelen
    • Doorvoelt!