doorvoelden
- Geluid: doorvoelden (hulp, bestand)
- door·voel·den
vervoeging van |
---|
doorvoelen |
doorvoelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorvoelen
- ...dat wij doorvoelden.
- ...dat jullie doorvoelden.
- ...dat zij doorvoelden.
- ...dat wij doorvoelden.
vervoeging van |
---|
doorvoelen |
doorvoelden
- meervoud verleden tijd van doorvoelen
- Wij doorvoelden.
- Jullie doorvoelden.
- Zij doorvoelden.
- Wij doorvoelden.
- Het woord doorvoelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.