• door·vlecht
vervoeging van
doorvlechten

doorvlecht

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvlechten
  2. gebiedende wijs van doorvlechten
vervoeging van
doorvlechten

doorvlecht

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvlechten
    • ... dat ik doorvlecht. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvlechten
    • ... dat jij doorvlecht. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvlechten
    • ... dat hij doorvlecht.