doorroer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  doorroer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• door·roer

Werkwoord

vervoeging van
doorroeren

doorroer

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorroeren
   

   • ... dat ik doorroer. 

Gangbaarheid

• Het woord doorroer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.