doorprikten
- Geluid: doorprikten (hulp, bestand)
- door·prik·ten
vervoeging van |
---|
doorprikken |
doorprikten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorprikken
- ...dat wij doorprikten.
- ...dat jullie doorprikten.
- ...dat zij doorprikten.
- ...dat wij doorprikten.
vervoeging van |
---|
doorprikken |
doorprikten
- meervoud verleden tijd van doorprikken
- Wij doorprikten.
- Jullie doorprikten.
- Zij doorprikten.
- Wij doorprikten.
- Het woord doorprikten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.