Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·meet

Werkwoord

vervoeging van
doormeten

doormeet

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doormeten
    • ... dat ik doormeet. 
  2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doormeten
    • ... dat jij doormeet. 
  3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doormeten
    • ... dat hij doormeet.