doorhakt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·hakt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorhakken |
doorhakt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhakken
- ... dat jij doorhakt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorhakken
- ... dat hij doorhakt.