dooreengooit
- door·een·gooit
vervoeging van |
---|
dooreengooien |
dooreengooit
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreengooien
- ... dat jij dooreengooit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dooreengooien
- ... dat hij dooreengooit.
- Het woord 'dooreengooit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.