Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·ademt

Werkwoord

vervoeging van
doorademen

doorademt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorademen
    • ... dat jij doorademt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorademen
    • ... dat hij doorademt. 

Gangbaarheid