doodzweeg
- dood·zweeg
vervoeging van |
---|
doodzwijgen |
doodzweeg
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doodzwijgen
- ... dat ik doodzweeg.
- ... dat jij doodzweeg.
- ... dat hij, zij, het doodzweeg.
- ... dat ik doodzweeg.
- Het woord doodzweeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.