doodligt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dood·ligt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doodliggen |
doodligt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodliggen
- ... dat jij doodligt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doodliggen
- ... dat hij doodligt.