donderjaag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: donderjaag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- don·der·jaag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
donderjagen |
donderjaag
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donderjagen
- Ik donderjaag.
- gebiedende wijs van donderjagen
- Donderjaag!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van donderjagen
- Donderjaag je?