Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
doceer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
doceer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
do·ceer
Werkwoord
vervoeging van
doceren
doceer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
doceren
Ik
doceer
.
gebiedende wijs van
doceren
Doceer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
doceren
Doceer
je?