vervoeging
onbepaalde wijs to  divide 
he/she/it  divides 
verleden tijd  divided 
voltooid
deelwoord
 divided 
onvoltooid
deelwoord
 dividing 
gebiedende wijs  divide 

divide

  1. verdelen
  2. delen


vervoeging van
dividir

divide

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dividir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dividir