distribueert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·tri·bu·eert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
distribueren |
distribueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van distribueren
- Jij distribueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van distribueren
- Hij distribueert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van distribueren
- Distribueert!